Woordenlijst
Verklarende woordenlijst evidence-based practice. Verzameling van de belangrijkste epidemiologische en statistische termen in evidence-based practice. De woordenlijst wordt door de redactie van Minerva continu geüpdatet. De recentste online versie van dit handige boekje kan u hier als pdf downloaden (door te klikken op de cover).
Laatst gepubliceerd: augustus 2024
In epidemiologisch onderzoek geeft een kans aan in welke mate men een bepaalde uitkomst kan verwachten. Een kans is een getal tussen 0 en 1, ofwel een percentage (tussen 0 en 100).
Deze vragenlijst wordt door de patiënt ingevuld en bestaat uit 23 items onderverdeeld in vier domeinen: fysieke beperkingen, symptomen, levenskwaliteit en sociale beperkingen. De score varieert van 0 tot 100; hoe hoger de score, hoe beter de gezondheidstoestand.
Een instrument om de kwaliteit van leven en de hartfunctie bij patiënten met hartfalen te beoordelen. Gestandaardiseerd, gevalideerd en reproduceerbaar instrument. De Clinical Summary Score van de Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire is samengesteld uit de Total Symptom Score en Physical Limitation Score van de Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire.
Dit is een (non-parametrische) methode om overlevingstabellen te maken, ontwikkeld door Kaplan en Meier (1958). Deze methode houdt rekening met het feit dat niet iedereen tot het gewenste eindpunt kan worden opgevolgd. Er worden hierbij geen covariabelen in de analyse betrokken (univariate analyse). Dit in tegenstelling tot het Cox model dat een vorm van multivariate analyse is.
De kappa-waarde is een maat die gebruikt wordt om de overeenstemming van twee of meer observatoren of de overeenstemming tussen meerdere observaties van dezelfde observator weer te geven. Dit noemt men respectievelijk, de interobservervariatie en de intraobservervariatie. De kappa-waarde wordt als volgt berekend: men berekent eerst de geobserveerde overeenkomst (O) tussen de onderzoekers, vervolgens berekent men de op basis van toeval verwachte overeenkomst (V) tussen de onderzoekers. De kappa-waarde is de verhouding tussen de werkelijke overeenkomst met uitsluiting van toeval en de potentiële overeenkomst met uitsluiting van toeval: O-V / 1-V. Een kappa-waarde van 1 betekent dat er een perfecte overeenstemming is. Een kappa-waarde van 0 geeft aan dat de overeenstemming niet beter is dan men op grond van het toeval zou kunnen verwachten. Enkele richtlijnen voor het interpreteren van de kappa: kappa > 0,8 is uitstekend; kappa 0,5 tot 0,8 is goed; kappa < 0,5 is slecht.
Dit is een door de patiënt ingevuld meetinstrument voor de functionele evaluatie van de enkel. In de scorelijst zijn de volgende items opgenomen wat betreft enkel en voet: pijn, andere symptomen, activiteiten van het dagelijkse leven, functionele capaciteiten voor sport- en recreatieve activiteiten en kwaliteit van leven.
Het verschil of een van de verschillen tussen studies kan zich situeren op het niveau van de relatief uiteenlopende klinische kenmerken van de onderzochte populatie: verschillen in patiënten, diagnostiek, inclusie- en exclusiecriteria, toedieningsdoses, behandelingsduur, concomittante behandelingen, of uitkomstmaten. In dit geval spreken we over klinische heterogeniteit. Klinische heterogeniteit kan opgespoord worden door een zorgvuldige evaluatie van het onderzoeksprotocol en de onderzochte populatie. Klinische heterogeniteit kan niet gecorrigeerd worden en noopt dus tot een zeer voorzichtige interpretatie van de resultaten van een meta-analyse.
Een klinische studie test de werkzaamheid en veiligheid van een interventie of een geneesmiddel. Een interventiestudie is een experimenteel onderzoek waarbij men het effect van een experimentele interventie (bijvoorbeeld medicatie) onderzoekt. Een (randomised) controlled trial is een voorbeeld van een interventiestudie.
De KOOS-vragenlijst is ontwikkeld om symptomen en beperkingen te evalueren bij onder meer patiënten met knieproblemen. De vragenlijst bestaat uit 42 items met elk 5 subcategorieën: pijn (9 items), symptomen (7 items), functioneren in het dagelijkse leven (ADL) (17 items), functioneren in sport en vrije tijd (5 items), kwaliteit van leven gerelateerd aan de knie (4 items). De patiënt scoort ieder item op een 5-punts Likertschaal (van 0: geen probleem, tot 4: zeer ernstig probleem). De antwoorden op de items worden omgerekend naar een percentage (variërend van 0%: zeer slecht niveau van functioneren, tot 100%: zeer goed niveau van functioneren). KOOS-PS (PHYSICAL FUNCTION SHORT FORM) is de verkorte versie. KOOS-PS meet hoeveel moeite het kost om een activiteit uit te voeren gedurende de afgelopen week.
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst is een artsenfederatie van de zeven medische beroepsorganisaties voor artsen en de vereniging van geneeskundestudenten. Hun zorg is de kwaliteit van de medische beroepsuitoefening en de volksgezondheid en het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen de gezondheidszorg en samenleving, zowel op individueel als op collectief niveau. Er is geen gelijkaardige vereniging in België waar het beroepslandschap sterk versnipperd is.
Een 'kritisch interpretatieve synthese' (KIS) is een dynamische vorm van literatuuranalyse die toelaat om onderzoeksresultaten, afkomstig uit zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek, te synthetiseren door middel van een inductieve aanpak. Deze methode is ontstaan vanuit de nood tot synthese van grote hoeveelheden kwalitatieve en kwantitatieve studies voor gezondheidszorgbeleid. Deze vorm van synthese combineert de traditionele elementen van een systematische literatuurstudie met de integratie van een inductieve inhoudelijke analyse. Het doel van KIS is de ontwikkeling van een theorie die een diepgaander begrip geeft van het fenomeen vanuit een kritische houding.
Dit is een non-parametrische vorm van variantieanalyse (ANOVA) die wordt gebruikt als er meer dan twee groepen worden vergeleken. Het is een uitbreiding van de Mann-Whitney U test die wordt toegepast bij vergelijken van twee groepen.
In kwalitatief onderzoek bestudeert men meningen, opvattingen en gevoelens van personen of kleine groepen van personen over een duidelijk omschreven onderwerp. Hiervoor doet men beroep op kwalitatieve methoden zoals observatie, interview, participerende observatie, focusgroepgesprekken en consensusmethoden (Delphi). De resultaten van kwalitatief onderzoek zijn niet in getallen uit te drukken en niet te veralgemenen.
In kwantitatief onderzoek tracht men de in een populatie te onderzoeken parameters te kwantificeren, dat wil zeggen in getallen uit te drukken.
• grampreparaat en beoordeling (schaal op 10);
• gebruikt voor de diagnose.
Men kan de gemeten waarden van een variabele indelen naar frequentie van voorkomen. Elk kwartiel komt overeen met 25% van de metingen.
Kwintielen geven aan rond welke waarden de observaties liggen in een verdeling. Een reeks gegevens wordt ingedeeld in 5 gelijke delen. Elk kwintiel komt overeen met 1/5de of 20% van de metingen.