Tijdschrift Minerva volume 5 nummer 8 oktober 2006




Editoriaal: Hoop die we ons niet kunnen veroorloven

Pagina 120 - 120 

Chevalier P.  


Trastuzumab bij HER2-positieve borstkanker

Pagina 121 - 123 

Cocquyt V., Denys H.  

Deze eerste interimanalyse na één jaar toont dat bij vrouwen met vroege stadia van HER2- positief borstkanker een behandeling met trastuzumab na excisie en adjuvante chemotherapie (en eventueel ook radiotherapie) resulteert in significant minder recidieven of andere maligniteiten of sterfgevallen. In andere studies werd een gunstig effect vastgesteld bij vrouwen met gemetastaseerd HER2-postief mammacarcinoom. Vanwege de cardiotoxiciteit komen echter alleen vrouwen zonder cardiale voorgeschiedenis in aanmerking en dient tijdens de behandeling de hartfunctie gecontroleerd te worden. We wachten op de resultaten van effectiviteit en veiligheid op langere termijn. Ook kosteneffectiviteitsanalyses zijn nodig.


Twee vaccins tegen rotavirus

Pagina 123 - 125 

Michiels B.  

Deze studies tonen aan dat twee nieuwe rotavirusvaccins, toegediend bij zuigelingen van zes tot twaalf weken, veilig en werkzaam zijn tegen ernstige rotavirusinfecties. Er zijn onvoldoende gegevens over de veiligheid bij zuigelingen ouder dan drie maanden en bij immuunge-compromitteerden. Waakzame opvolging van de werkzaamheid en de veiligheid met langere follow-up is nodig.


Lage dosis prednisolon toegevoegd aan behandeling van reumatoïde artritis

Pagina 126 - 128 

Westhovens R.  

Deze studie toont aan dat bij patiënten met reumatoïde artritis een lage dosis prednisolon (7,5 mg/dag), toegevoegd aan een behandeling met een DMARD, na twee jaar leidt tot een vertraagde radiologische progressie en meer remissie met weinig neveneffecten. Deze studie had een open-labelopzet, zodat vertekening van de resultaten mogelijk is, maar de pragmatische opzet leunt goed aan bij de dagelijkse praktijk. Op basis van de momenteel beschikbare evidentie verdient deze strategie met laag gedoseerde corticosteroïden en een inten-sievere opvolging van de ziekteactiviteit meer navolging in de praktijk. Meer onderzoek is nodig om te bepalen of en wanneer met de toegevoegde corticosteroïdbehandeling gestopt kan worden.


Colorectale kanker opsporen met bariumcontrast, CT-scan of coloscopie?

Pagina 128 - 131 

Chevalier P., De Jonghe M.  

Deze studie toont dat in een populatie met een hoog risico van colo-rectale kanker coloscopie een grotere sensitiviteit en specificiteit heeft dan dubbelcontrast bariumlavement en tweedimensionale CT-colonografie. Op basis van deze studie is het niet mogelijk om het belang en de plaats van de occult bloedtest in de stoelgang te bepalen. Gezien de selecte onderzoekspopulatie (hoog risico) kunnen we geen conclusies formuleren voor de opsporing van colorectale kanker of adenomen (¡Ý10 mm) in de algemene bevolking.


Effectiviteit van antipsychotica bij schizofrenie

Pagina 131 - 133 

Pieters G., van Winkel R.  

Deze studie besluit dat 74% van de chronisch schizofrene patiënten die behandeld worden met antipsychotica binnen achttien maanden stopt met de medicatie. De verschillen in percentage stoppers en duur tot stopzetten waren klein, zodat we kunnen besluiten dat het oudere antipsychoticum perphenazine mogelijk even doeltreffend is in de behandeling van schizofrenie als de nieuwere antipsychotica (olanza-pine, quetiapine, risperidon, ziprasidon). Significant meer patiënten in de olanzapinegroep stopten hun medicatie omwille van gewichts-toename en metabole stoornissen. Zorgvuldige informatie, psycho-educatie en overleg met patiënt en familie bij het voorschrijven van antipsychotische medicatie is belangrijk om de compliantie te verhogen.


Fusidinezuur bij acute conjunctivitis

Pagina 133 - 135 

Chevalier P.  

Deze studie bij volwassenen toont geen enkel voordeel van fusidinezuur vergeleken met placebo bij infectieuze (vermoe-delijk bacteriële) conjunctivitis. Het is niet mogelijk op basis van objectieve klinische tekens te weten of een conjunctivitis bacterieel of viraal is. Maar dit heeft geen gevolgen voor de behandeling, aangezien in geen enkele studie in de eerste lijn is aangetoond dat topische antibiotica zinvol zijn bij deze zelf-limiterende aandoening, of de infectie nu bacterieel is of niet.