Resultaat op trefwoord : 'omeprazol'


Aantal resultaten : 8 artikel(s) - 2 bondige bespreking(en) - 0 Synthese(s)

Eradicatie van Helicobacter pylori bij functionele dyspepsie

Ferrant L.

Minerva 2012 Vol 11 nummer 8 pagina 99 - 100


Deze eerstelijnsstudie besluit dat een eradicatietherapie van Helicobacter pylori bij HP-positieve patiënten met functionele dyspepsie na twaalf maanden een significante verbetering van de symptomen geeft. Deze gegevens bevestigen vorige onderzoeken die vooral in de tweede en derde lijn werden uitgevoerd. Op basis van deze studie kunnen we echter niet aantonen dat er een verband bestaat tussen HP-infectie, endoscopische afwijkingen en dyspepsie.

PPI’s zijn niet geïndiceerd als eerstelijnsbehandeling van zuigelingen met regurgiteren of huilen in aansluiting met de maaltijd. Er is onvoldoende evidentie om het symptomatisch gebruik van PPI’s bij kinderen en adolescenten met klachten van GOR te ondersteunen.

De resultaten van de CONDOR-studie lijken te wijzen op een voordeel voor celecoxib ten opzichte van diclofenac + omeprazol om hoge of lage gastro-intestinale bloedingen te voorkomen. De winst is echter vooral gebaseerd op een intermediair eindpunt (daling in hemoglobine of hematocriet) en niet op klinische gebeurtenissen. We moeten de noodzaak van een langdurige behandeling met NSAID’s (al of niet selectieve) goed afwegen tegen de mogelijke risico’s.

Behandeling van H. pylori-negatieve dyspepsie

Numans M.E. , van Driel M.

Minerva 2006 Vol 5 nummer 6 pagina 87 - 89


Deze studie toont aan dat bij patiënten met symptomen van dyspepsie (zonder voorafgaand gastroscopisch onderzoek) en een negatieve H. pylori-test, behandeling met omeprazol 20 mg per dag of ranitidine 150 mg tweemaal daags de symptomen kan verlichten. Na vier weken behandeling is omeprazol superieur aan ranitidine, maar na zes maanden is er geen verschil meer tussen beide behandelingen. Bij ruim de helft van de patiënten zijn na zes maanden de klachten, ondanks behandeling, niet afgenomen. Omeprazol lijkt effectiever te zijn bij patiënten met reflux-achtige klachten. In de praktijk wordt een empirische behandeling met een proton-pompremmer aanbevolen voor patiënten met persisterende refluxachtige dyspeptische klachten, ongeacht hun H. pylori-status. Een H. pylori-test is pas aangewezen als de klachten ondanks behandeling persisteren. Behandeling met omeprazol bij patiënten is in deze studie op langere termijn niet kosteneffectiever dan behandeling met ranitidine. Op basis hiervan kan men na effectieve behandeling met omeprazol weer tijdig ‘terugschakelen’ op ranitidine.

Preventie van NSAID-gerelateerde ulcera: celecoxib is niet beter

Chevalier P.

Minerva 2003 Vol 2 nummer 8 pagina 124 - 125


Celecoxib en de combinatie van diclofenac met omeprazol zijn even werkzaam in de preventie van recidieven van ulcuscomplicaties bij hoogrisicopatiënten die langdurig NSAID’s nemen. Het risico van recidieven blijft echter bestaan. De essentiële vraag blijft of langdurig gebruik van een NSAID gerechtvaardigd is, gezien het risico van gastro-intestinale, renale en cardiale ongewenste effecten. Voor de behandeling van artrosepijn zijn paracetamol en voldoende beweging eerste keus .

Eradicatie van helicobacter vóór NSAID-gebruik

Ferrant L.

Minerva 2002 Vol 1 nummer 9 pagina 29 - 30


Bij elke patiënt met een verleden van ulcuslijden of met een matige dyspepsie moet bij het toedienen van NSAID‘s een balans worden opgemaakt van de risico’s op ulcuslijden die deze patiënt vertoont. Een factor die dat risico gevoelig doet stijgen, is de aanwezigheid van Helicobacter pylori in de maag. Het eradiceren ervan vermijdt echter niet alle ulcera.Men kan bijgevolg nog niet spreken van een consensus om een eradicatie uit te voeren bij alle NSAID-gebruikers,wel van een therapeutische mogelijkheid die door verder onderzoek moet worden bevestigd. Daarom is het aan te bevelen om bij álle artrosepatiënten (en niet alleen bij artrosepatiënten met verhoogd risico op een ulcus) eerst behandeling met paracetamol en oefentherapie toe te passen alvorens NSAID’s voor te schrijven.

Behandeling van zuurbranden

Ferrant L.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 10 pagina 466 - 467

Een intermitterende behandeling voor gastro-oesofageale reflux?

Kroes R.M.

Minerva 2000 Vol 29 nummer 2 pagina 106 - 108


Intermitterende (on demand) onderhoudsbehandeling met omeprazol of ranitidine is effectief bij ongeveer de helft van de patiënten met ongecompliceerde gastro-oesofageale reflux. Met name patiënten die snel reageren op initiële therapie, lijken voor deze intermitterende therapie in aanmerking te komen. Een uitgesproken voorkeur voor een bepaald middel is er op basis van dit onderzoek niet.

Helicobacter pylori bij dyspepsie: wel of niet eradiceren?

Numans M.E.

Minerva 1999 Vol 28 nummer 7 pagina 290 - 293


Zoeken naar H. pylori omwille van eventuele behandeling is alleen zinvol bij een peptisch ulcus en bij een MALT-lymfoom. Bij alle andere bij H. pylori aangetroffen pathologie lijkt sprake van niet-oorzakelijke coïncidentie, zodat behandeling van de bacterie beter achterwege kan blijven. Toekomstig onderzoek zal aannemelijk moeten maken bij welke groepen patiënten eradicatie nog meer zinvol is. Op basis van de hier besproken trials kan men aannemen dat "functionele dyspepsie" in de hier gedefinieerde vorm in ieder geval nog geen algemeen geaccepteerde indicatie voor eradicatie van H.pylori is.